Bijzonder nummer in open access van het Nederlands Tijdschrijft voor Insolventierecht
De gemiddelde Belgische insolventiejurist begint zoetjesaan de Herstructureringsrichtlijn uit 2019 te ontdekken, nu het wetsontwerp houdende omzetting ervan onlangs werd ingediend in de Kamer, met een rustige vastheid in de wetenschap dat we nog niet gebarsten zijn van onze eerste laattijdige omzetting van een Europese richtlijn.
En zelfs de studie van het wetsontwerp gebeurt op een gezapige snelheid; weet ge dan namelijk niet dat een en ander nog zou kunnen wijzigen? Intellectueel kruit is schaars en we willen het niet nutteloos verschieten. Is het dan niet nuttig door studie de wetgever te informeren? Misschien is het toch interessant te melden dat bepaalde elementen uit het wetsontwerp niet evident conform zijn met de Richtlijn? Ach, zoet zomerkind. Wat baten immers kaars en bril?
De suggestie dat we misschien eens kunnen kijken naar het Voorstel – voorstel! – van Richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht wordt dan ook onthaald op schamper ooggerol. We zien het wel komen als het daar is, mijnheer.
De Belgische jurist kan enkel met bewondering kijken naar de Nederlandse doctrine en praktijk die veel pro-actiever omgaat met Europese regelgeving. We vestigen daarom graag de aandacht op het bijzonder nummer van het Nederlands Tijdschrift voor Insolventierecht (in open access!) dat het voorstel grondig analyseert.
Zou het kunnen dat dit verschil in houding een veel actievere houding reflecteert van Nederlandse regering en parlement bij de totstandkoming van Europse regelgeving, terwijl België dit misschien eerder gelaten aanstaart als een meteoriet die misschien inslaat, misschien afdrijft, maar waarbij we denken geen invloed te hebben op de koers?
Joeri Vananroye
Nog enkel dagen om in te schrijven voor de ‘disputatio‘ op 1 juni 2023