Accredited Investor? We Have a Deal Available Right Now! Click Here to Schedule a Call and Get Full Access

Invoering boek XIX ‘Schulden van de consument’ WER – Corporate Finance Lab



Een post door gastblogger Dave Mertens en Emilie Bogaerts

Op 27 april 2023 werd het Wetsontwerp houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers.[1] Boek XIX WER regelt de minnelijke invordering van schulden bij betalingsachterstand van consumenten. In B2B-relaties blijft de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (hierna: “WBH”), waarover u hier meer kan lezen, van toepassing.

De belangrijkste nieuwigheden zijn de volgende:

  • Een onderneming kan zich ten aanzien van een consument enkel beroepen op verwijlinteresten en/of een schadebeding, indien zij een voorafgaande, kosteloze ingebrekestelling met bepaalde vermeldingen (een zgn. “eerste” herinnering) heeft verzonden en vervolgens een wachttermijn van minstens veertien kalenderdagen heeft doorlopen.
  • De interestvoet mag niet hoger liggen dan deze van de WBH (voor het eerste semester van 2023 gelijk aan 10,5%). Daarenboven wordt een contractueel vastgelegde forfaitaire vergoeding (een zgn. schadebeding), onderworpen aan een wettelijk maximumplafond, bepaald in functie van het verschuldigde saldo. Bedingen die deze maximumgrenzen te boven gaan, worden voor niet geschreven gehouden.

Het niet naleven van bovenstaande regels wordt voorts gesanctioneerd met sancties van niveau 2, zoals bepaald in art. XV.70, §1, 2° WER. De wetgever motiveert dit strenge optreden door het hoge beschermingsniveau dat moet worden toegekend aan de consument die met betalingsmoeilijkheden kampt, als zijnde een economisch zwakkere en juridisch minder ervaren contractpartij.

In tweede instantie omkadert boek XIX WER de activiteiten van ondernemingen die zich bezighouden met het minnelijk invorderen van onbetaalde schulden voor andermans rekening, dan wel van overgenomen schuldvorderingen tegen betaling. Deze regels zijn voornamelijk een incorporatie van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument[2], evenwel in geactualiseerde vorm.  Boek XIX WER zal in werking treden op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, en zal gelden voor overeenkomsten gesloten vanaf dat moment. Vanaf zeven maanden na haar inwerkingtreding is boek XIX WER tevens van toepassing op lopende overeenkomsten, en geldt zij voor aldus voor elke vervallen en onbetaalde schuld die vanaf dan ontstaat, ook al vloeit deze voort uit een overeenkomst die voor inwerkingtreding werd gesloten. Gelet op deze temporele werking en de ernst van de sancties, verdient het aanbeveling om overeenkomsten en algemene voorwaarden in B2C-verhoudingen na te kijken en waar nodig aan te passen aan de wettelijke grenzen en modaliteiten van boek XIX WER.

Dave Mertens en Emilie Bogaerts
Schoups advocaten


[1] (Voor de nieuwsgierige lezers: op heden bevat het WER effectief geen boek XIX, en evenmin een boek XIV. De bepalingen van oorspronkelijk boek XIV “Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende beoefenaars van een vrij beroep” WER, werden in 2018 geïntegreerd in boek VI. Een boek XIX WER is er – tot nu – nooit geweest).

[2] Volledig: wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 april 2003 en de wetten van 27 maart 2009, 15 april 2018, 21 december 2018 en 29 september 2020.

Mis de disputatio op 1 juni 2023 niet:




Source link

Related Articles

Article